ONS KANAAL

De rivier de Zenne is dan wel verdwenen uit het stadszicht, dankzij het kanaal kunnen we toch nog genieten van een waterloop in de stad.

De aanleg van het kanaal Brussel-Charleroi getuigt van een sterk staaltje bouwkunde. Tussen 1827-1832 werd het in gebruik genomen en meermaals verbreed. Het diende in hoofdzaak om grondstoffen te vervoeren naar de groeiende Brusselse industrie. Uit de mijnen in het zuiden van het land werd vooral steenkool via het kanaal getransporteerd. Technisch hoogstandje op het kanaal is het hellend vlak van Ronquières, een scheepslift die na de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd om de capaciteit van het kanaal uit te breiden. Laat u meeslepen door het leven op het kanaal en het zusterkanaal van Willebroek, dat de Dijle verbindt met de Schelde tot in Antwerpen: Brussel in connectie met de wereld. Hoe werd het kanaal gebouwd en aangepast? Hoe werken de sluizen? Welke rol speelt het kanaal in het watertransport in België en in Europa? En welke zijn de technische eigenschappen? Wist u dat Brussel ook een belangrijke havenactiviteit heeft? Het kanaal heeft weliswaar niet meer het belang dat het vroeger had op het gebied van transport. Vraag is of het die rol opnieuw kan opnemen en in concurrentie kan treden met andere vervoermiddelen. Of zijn er andere functies weggelegd voor het kanaal?